Monday, December 03, 2007

Vrijdag, 30 November: De autorit naar PA

Vrijdag 30 November, de rit naar PA:

Kaapstad-Prince Albert. De route gaat via de N1 Kaapstad uit, richting Paarl. De lange Hugenoten tunnel in om aan de andere kant in de Bainskloof uit te komen. Omgeven door hoge bergen kronkelt de N1 hier over de bodem van de diepe kloof. Een riviertje kronkelt vrolijk mee. Ruig gebied en je waant je meteen in een heel andere wereld. De stad en de bewoonde wereld lijken ineens ver weg. Even later komen we in de “Brede River valley”, het dal van de Brede rivier. Tussen de plaatsjes Wolseley en Worcester ligt een stukje land in de bergen wat vroeger onze farm was. De route tot nu toe is dus bekend terrein en ik kan de bergen en toppen hier zo uittekenen. Maar we nemen nu niet de afslag richting onze (inmiddels verkochte) farm maar volgen de N1 verder en de volgende vallei is de Hex River Valley. Net als de Brede River Valley is de wijde bodem van deze vallei van links naar rechts bedekt met een zweem van groen, keurig verdeeld in mooie vlakken met kaarsrechte lijnen, de wijngaarden. Het groen af en toe onderbroken door blauw van de vele waterreservoirs die men heeft aangelegd om ook in de droge zomer de wijnranken van water te kunnen voorzien. En waar het groen ophoudt aan de zijkanten van de vallei rijzen de bergen weer omhoog. Tussen het groen steekt het wit van de vele, vaak in ‘schilderachtige’ Kaaps-Hollandse stijl gebouwde, boerderijen fel af. Ik hou van dit soort landschap met z’n strakke vlakverdeling en krijg er dan ook nooit genoeg van om er naar te turen. Wat van ver af één vlak groen is, is van dichtbij rij na rij van wijnranken die bij 160 km/uur niet te tellen zo snel voorbij zoeven. En alleen als je er recht naast bent kun je heel even dwars door de kaarsrechte rijen heen kijken en zie je even zonlicht tussen al dat groen.

Dan gaat de N1 steil omhoog en draaien we met 2 scherpe bochten de Hex River Valley uit om weer in een heel ander landschap uit te komen, heuvelachtig, kaal en desolaat. Het begin van de Karroo. Monotoon ‘saai’ landschap en m’n ogen vallen al snel even dicht om af en toe open te schrikken als Rick op de rem trapt en snelheid minderd tot 120... ja ook hier wordt op snelheid gecontroleerd. Het gebied van de Karroo rond PA heeft genoeg neerslag in het jaar dankzij een laatste bergrug waar veel regen tegen aan valt. Maar hoe verder je de Karroo inrijdt hoe vlakker en droger het wordt. Het wordt dan meer en meer woestijnachtig en het enige wat hier nog aan ‘leven’ gedeien kan zijn schapen. Alhoewel ik daar soms ook aan twijfel als ik die armetierige scharminkels zie. Het zijn geen ‘bolle’ wolschapen zoals je ze in Nederland ziet of zoals die van Madonna, die haar schapen voor een fotoshoot in allerlei kleuren heeft laten spuiten. Geen giftige verf dus waar maakt de dierenbeweging daar zich druk om? Ik vind het wel geinig, zo’n wei vol vrolijk gekleurde schapen. En trouwens, boeren doen het ook om te zien welke ooi is gedekt door de ram. So what’s new? De kritiek destijds om Madonna toen ze dat kindje uit Malawi adopteerde vond ik ook zo hypocriet. De hele pers viel over haar heen. Typisch ‘westerse’ kritiek in mijn ogen, het zou niet volgens de regels zijn gegaan. Typisch kritiek van mensen die zelf nog nooit in Afrika zijn geweest. Een Afrika waar nog dagelijks mensen van de honger creperen en dood gaan. Waren er maar veel méér mensen als Madonna denk ik dan, die een kind van daar adopteren en een kans op een beter bestaan geven. Ieder leven is er één!! Laten we helpen ipv hoog van de toren te blazen omdat de regels overtreden zouden zijn. So what? Dit kind, dit léven, is gered!! What’s wrong with that?!

Terug naar de Karroo schapen, meest wit met zwarte kop. Geen wol maar vlees schapen. Door de vele regen is het land nog niet zo stoffig en zien de schapen er ook niet zo zielig ‘verstoft’ uit deze keer. Een lammetje dartelt vrolijk dichtbij zijn moeder. Het heeft de nacht overleefd. Jagende dieren als de ‘mountain leopard’ komen hier nog in het wild voor. Men probeert de boeren zo ver te krijgen om niet langer stropers klemmen te zetten om deze bergluipaarden te doden en zo hun vee te beschermen. Door het oprukken van de mensheid komt ook dit dier in de gevarenzone van uitroeiing terecht. ‘Nature conservation’ is meer en meer een hot item tegenwoordig.



Na 4 uur rijden (400km ipv 500) en slechts 3 ‘sigaret breaks’ komen we in Prince Albert aan. Een klein dorpje aan de voet van de Swartbergpas. Kleine huisjes, wit of bont gekleurd, lijnen de straten van het dorpje. Ik vraag me soms wel eens af waar de mensen die hier wonen van leven?
Half 6 in de namiddag en nog 33’C... een ‘droge’ woestijnwarmte echter die goed te verdragen is. David en Andrew zijn gisteren al aangekomen. Zo’n 2 weekeinden per maand komen ze hier in hun buitenhuisje en als ik door het huisje, met glanzende, heerlijk ruikende houten vloeren naar de tuin gewheeled word, begrijp ik waarom ze hier zo graag komen. Een klein paradijsje is het. Dit is het echte ‘buiten’ leven... achter de keuken is de ‘stoep’ (Afrikaans voor terras). Deze is overdekt met een rieten dak dat rust op 3 dikke, ronde houten palen. Heel ruw en grof gebouwd maar het geeft zo’n heerlijk ‘landelijke’ uitstraling aan het geheel. Een ruwe betonnen vloer met wit gebladderde verf geeft houvast aan de dikke ronde palen van het rieten afdak. Hieronder is het goed toeven in de warmte. Net voorbij het afdak ligt een kleine ‘splash pool’ in de zon. Fris blauw steekt af tegen de witte randen van de pool. Daarachter weer een kleine pergola van simpele houten palen gebouwd maar o zo rustiek! Onder deze pergola een ‘Turkse’ cementen bank bedekt met veel kleurige kussens. De rugleuning van deze bank is tevens deel van een muurtje waarachter het hoger gelegen gedeelte van de tuin begint. In dit gedeelte staan onder andere 4 olijvenboompjes die David van onze farm heeft meegenomen. Leuk, want onderweg in de auto was ik in gedachten nog even terug op de farm geweest en vroeg ik me af hoe onze toen pas geplante olijfboompjes er nu uit zouden zien. En nu zie ik er hier dus 4...
En het ‘iets’ wat ik met vrolijke, eigenwijze klaprozen heb, dat ‘iets’ heb ik ook met olijfbomen. Olijfbomen hebben voor mij iets mystieks, iets statigs, iets ouds (al is het een jong boom;pje) en iets vredigs. Dat oude, statige komt waarschijnlijk door de grijs, zilverkleurige onderkant van hun bladeren die een diep groen aan de bovenkant zijn. Het mystieke waarschijnlijk ook door de vele bijbelverhalen waarin de olijfboom een rol speelt. Maar bovenal brengt het natuurlijk een vakantiegevoel in ons ‘Hollanders’ naar boven. Frankrijk, Italië, Spanje, Israél, allemaal ‘vakantie’landen met een warm, mediterraan klimaat waar menige steile berghelling dienst doet als olijfgaard. En hier, in het bergachtige gebied rond Kaapstad is dat niet anders. Ja, de olijf is voor mij synoniem met vakantiegevoel, van rust en vredig buitenleven.

En buiten leven doen we hier. Afgezien van het slapen ben ik nog niet binnen geweest ☺ De avond eten we, met 7 man in totaal, buiten onder de pergola in het schijnsel van kaarsen en lantarens. Gezellig en ik geniet van het ‘aanwezig’ zijn want meedoen in de conversatie is met mijn stemvolume en de ook aanwezige muziek niet echt mogelijk. Daarnaast ben ik behoorlijk moe van de trip hier naar toe en hakt ook het éne wijntje dat ik meedrink, er behoorlijk in. Na het eten val ik moe in slaap en merk niets meer van het drinkgelach buiten.

Zaterdag 1 December


Wereld Aids dag, een dag waarop wereldwijd die mensen worden herdacht aan HiV/AIDS zijn overleden. Eerlijk gezegd heb ik daar geen moment aan gedacht in het warme en zonnige Prince Albert. Het stukje over de reis naar PA typ ik (foto boven) in een 'Word-dokument' op die zaterdagochtend. Daarna raak ik m'n laptop niet meer aan tot vandaag, Maandag 3 December. Wat jullie nu dus lezen zijn mijn herinneringen aan de rest van het weekend....

Zaterdag 1 December:
M'n draadloze bel is ook meegereisd naar PA en als ik er deze ochtend op druk zonder besef van tijd, blijkt het bijna 9 uur te zijn, mijn gebruikelijke tijd om op te staan. Rick is ook al wakker en helpt me in zwembroek en 'gewone' rolstoel. Aangezien het in en om dit huisje overal 1 of 2 treetjes op en af gaat hebben we Speedy thuis gelaten want handig als ie is, traptreden op of af kan ie niet. 'Technisch' gezien kan åf natuurlijk wel maar dat lijkt mijzelf niet zo prettig :-) Dus moet ik in rolstoel alle treetjes op en af geduwd/getrokken worden en hebben we er voor gekozen de niet-electrische, lichtgewicht rolstoel mee te nemen. Gelukkig blijkt precies door alle deuren in huis en paadjes in de tuin te kunnen, vaak tot op milimeters nauwkeurig.
De morgen verloopt rustig. Het blijkt dat toen ik gisteravond naar bed ging de rest nog stevig is doorgegaan met drinken. Ze zijn zelfs nog wezen stappen! In zo'n klein gehucht als dit? In the middle of no where? Ja hoor, want hoe klein een plaatsje ook is, er is altijd wel de lokale 'Bush bar' waar men terecht kan om te zuipen. And that's what they do... zuipen! Dus slaapt iedereen zijn roes uit (ze liggen in coma;-) wat mij in de gelegenheid stelt de reis van gisteren in mijn MacBook vast te leggen.
Één voor één verschijnen duffe, verkreukelde gezichten om de hoek van de keukendeur. Het gekreun en geklaag over hoofdpijn is daarbij niet van de lucht. Tja, verwacht geen medelijden van mij... dàt hebben jullie toch echt lekker zèlf gedaan. Een verfrissende plons in de pool en in één geval niet minder dan 6 (!!) asperines doen wonderen.


David, Zarah, Roland


Andrew, Rick, Zarah, Roland

D&A heb ik ooit (1993) voor het eerst ontmoet in Nederland. Ik werkte destijds in de sportafdeling van het Holiday Inn Crown Plaza in Hoofddorp. D&A waren een paar weken hotelgasten voor ze een geschikt huurhuis vonden. Andrews werkt bracht hen voor 3 jaar van Zuid Afrika naar Nederland. En gezien de vriendschap die toen ontstond bracht het in feite ons later ook naar Zuid Afrika. Tijdens een vakantie (Feb. '97) om D&A te bezoeken die nu weer in Kaapstad terug waren, kochten we spontaan een huis en amper een half jaar later (Okt. '97) emigreerden wij er naar toe. Het gekochte huis werd Blackheathlodge.

De zaterdag verloopt heerlijk rustig. Iedereen gaat lekker z'n eigen gangetje en doet waar ie zin in heeft. Ik geniet met volle teugen van deze vakantiesfeer en de dag lijkt eindeloos. Alsof de tijd zijn tempo aanpast aan het lome ritme van de warmte. We zijn echt pas gisteren laat in de middag aangekomen maar ik voel me zo relaxed dat het lijkt of ik hier al minstens een paar dagen ben. Ik typ... ik badder/loop in de pool... eet wat... drink wat... praat... lach... ontspan... en geef me over aan mijn gevoel. En als dat gevoel "siësta' zegt kan ik mij daarvoor geen idylischer plekje bedenken dan de met kussens bedekte bank aan het zwembad.

Dat ligt echt als een vorst!! Het groen van de tuin om me heen, het blauw van de lucht boven me door het afdak heen, de zachte kussens onder me, de stilte, de lome warmte, een zwoele bries die ritselt door de olijfoom dichtbij, het getjirp van de krekels ergens op de achtergrond, het gekabbel van het zwembadwater naast me... toegeven aan de rust, aan het ritme van de dag en mijn slaap is zacht.....

Als ik mijn ogen een tijdje later weer open doe, is alles nog net zò... ontspannen blijf ik roerloos liggen en kijken mijn ogen om me heen. De palen en het dak van de pergola vormen als het ware 'ramen' waardoor ik de wereld om me heen bekijk. En elk raam op zich is een uniek plaatje.

Recht voor me uit de bepalen 2 kleuren het beeld. Het strak blauw van de lucht en het golvende groen van een jasmijn, die als een waterval van af de schutting de tuin in stort.
David vertelt me later dat als hij bloeit het een zee van gele bloemetjes is.

Links van mij een ander 'plaatje'. Hier wapperen Thibetaanse 'gebeds vlaggetjes' in de wind met daarachter het zilvergrijs van een olijf en weer het blauw van de lucht.
Het idee achter de gebeds vlaggetjes is dat je ze laat hangen in de wind totdat ze helemaal tot rafels vergaan zijn. En daarmee worden je gebeden dan 'gedragen' door de wind. Voorwaar, een mooie gedachte en ik laat ook de mijne meewaaien op de wind...

Aan het einde van de middag, als de ergste warmte voorbij is, maak ik met Andrew, Rick en Zarah een ommetje door het dorp. Halverwege het 'doel' van dit ommetje: GAY'S Dairy farm. En nee, dit is géén homo boerderij met dito koeien. Al is Gay, de dame wiens naam de boerderij draagt, volgens David wel een pot. Zijn uitspraken "She's a lesbiterian" en "Lesbiterians are from Lesbitania" kenden wij nog niet en vinden wij hilarisch zo leuk :-)
Op de dairy farm is het niet anders dan overal in het dorpje, het lijkt alsof de tijd heeft stil gestaan en je waant je in een scene van "How the west was won" of "Gone with the wind". Buiten staat een oude paard-en-wagen (zonder paard). Waarschijnlijk voor de sier maar 't zou me niet verbazen als Gay op zondag haar paard voor de wagen spant en zo ter kerke gaat. Naast het farmhuis de stallen en daarachter een wei met (nu wèl) wollige schapen. Andrew (die dienst doet als het "paard àchter mijn wagen";-) duwt mij voort over het zeer hobbelige karrepad vol met keien waarbij ik me stevig aan de armleuningen van m'n rolstoel vastgrijp om niet uit m'n stoel gerost te worden. Een ons tegemoet komende 4x4 doet me voor even ontwaken uit het hele "How the west was won" tafereel maar zodra we het farmhuis binnen zijn zit ik er weer midden in. Gay is "gone with the wind" en nergens te bekennen maar een vriendelijk meisje helpt ons verder en ik kijk mijn ogen uit. Ik sta(zit) in het midden van een rondavel (rond huisje, meer een ronde kamer in dit geval). Boven mijn hoofd kijk ik tegen houten balken en een rieten puntdak aan. Langs de (ronde) wanden overal om mij heen houten rekken van hoog tot laag. En vanaf die rekken kijken honderden bleke 'koppies" op mij neer. Kaaskoppies zijn het, allemaal keurig in het gelid. Waar ik ook kijk liggen kazen en kaasjes geduldig en roerloos te wachten tot ze oud genoeg zijn voor de slacht/de kaasschaaf.

Omdat paarden en honden niet naar binnen mogen zijn Andrew en Zarah buiten gebleven ;-). Via de kaasrondavel duwt Rick me voort naar het aangrenzende proeflokaaltje en parkeert mij in een hoek met in stukken geslachte kazen, al in luchtdicht plastic voor verpakt. Omdat ik met mijn neus in de hoek sta kan ik de labels lezen: "GAY'S DAIRY FARM/YOUNG", "GAY'S DAIRY FARM/OLD", enz. Achter mij hoor ik dat Rick wordt aangesproken door het vriendelijke meisje. Ze vraagt of hij proeven wil en ja, dat wil hij. Rick is hier al eens eerder geweest en is vol lof over de ouwe kaas van deze pot... (ja écht waar:-)) "Beter nog dan Oud Amsterdam!" waren zijn eigen woorden.
Als hij zijn mond vol heeft met proefkaas en ik genoeg heb van het label lezen in de hoek laat ik een "Ja, hallo...." horen gevolgd door "zou je me niet es effe omdraaien, dan kan ik ook effe meekijken en proeven....". Althans dit wil ik zeggen maar 't komt wel wat rottiger uit m'n strot ;-) Gelukkig heeft Rick inmiddels aan een half woord van mij genoeg en begrijpt hij de strekking van mijn gebrabbel. En dus draait mijn neus uit de hoek en proeft mijn mond achtereenvolgens "hele ouwe kaas" (hou ik normaal niet van maar deze gaat...), "jonge, 6 maanden kaas" (erùg lekker...) en "khomijne kaas" of hoe schrijf je dat? Nou ja, kaas met pitjes dus (gaat wel...).

Als we klaar zijn en we via de kaas-rondavel terug naar de entree gaan om af te rekenen, voel ik mij nagestaard door honderden kwaaie kaaskoppies. Boos vanwege hun 3 familieleden die wij tot de kaasschaaf hebben veroordeeld.
Bij de entree staat nog een koelkast waaruit we ook nog karnemelk (suurmelk), yoghurt en yoghidrink halen, allemaal vers van de farm en zelf gemaakt. Met 2 volle tassen kaas en zo onder mijn armen op mijn schoot voel ik mij net een variant op het al oude Hollandse kaasmeisje als Rick mij weer naar buiten duwt.
Eenmaal buiten voor de deur komen Andrew en Zarah van de schapenweide aangelopen en gaan we gezamelijk richting het hobbelpad om weer huiswaarts te gaan, daarbij gehinderd door de plaatselijke schaapsherdershond (zo'n zwart-witte collie), die ons inhaalt en met zijn neus vlak aan de grond pal tegenover ons gaat staan. Wat is dit nou? 'Hup... fort... aan de kant jij' en wij proberen langs hem heen te komen. Maar de hond weet van geen wijken, wij links-hij links, wij rechts-hij rechts, wij stukkie vooruit, hij achterwaarts met neus nog steeds aan de grond. Als wij weer stil staan maakt hij zowaar 'opdrijvende' bewegingen. Het lijkt of hij ons niet alleen wil tegenhouden, hij probeert ons zelf terùg te drijven. "Verrèk" zegt Andrew in het Engels (vraag me niet wat verrèk in het Engels is ;-)... "Dat beest denkt dat Zarah een lammetje is en probeert haar terug te drijven naar de kudde!" En ja hoor, hij heeft gelijk. Alles in het gedrag van de hond wijst er op dat hij aan het 'schaapsherderen' is. Het is echt grappig om te zien en wat wij ook proberen, hij weet van geen wijken. Zarah is een afgedwaald schaapje en moet terug naar de kudde. Dan heeft mijn lieve 'schaapje' genoeg van de aandacht van deze 'domme' herderende hond. Als hij weer dichtbij komt en haar met zijn neus terug probeert te duwen, gaan haar nekharen overeind, zwelt er een gegrom in haar keel aan wat gevolgd door een felle dubbele kef (KEF-KEF) om dan weer met opgetrokken bovenlip en ontblote boventanden op haar dreigends door te grommen. Dit is mijn lieve 'schaapje' op haar charmantst en met enige vaderlijke trots zie ik hoe de verbouwereerde schaapsherdershond afdruipt... afgeblaft door een schaap? Glimlachend bedenk ik me dat Gay heel wat uit te leggen heeft als ze weer 'Terug met de wind' is ;-) Parmantig stapt Zarah voor ons uit het hobbelpad op, terug naar de verharde weg. Als de karnemelk onder mijn armen nog geen karnemelk was dan was ie het wel aan het einde van dit pad. Nòg een keer dit pad en m'n eigen melk is zuur. Ik zweer het je!!
Helaas had ik m'n camera niet bij me op deze wandeling maar als we in de toekomst nog eens de set van "GAY'S Dairy Farm" bezoeken neem ik hem zeker mee.

Die avond kook ik voor ons vieren. Nou ja... ok... ik bied aan de rekening te betalen in het restaurant van die avond ;-) Buiten op de grote veranda genieten we van o.a. lamscurrie en lamsburger. Per slot van rekening is dit de Karroo, daar eet je schapenvlees. Gelukkig ligt mijn eigen 'lammetje' veilig thuis te slapen.

Tot morgen.